31 oktober 2012

Charles Baudelaire: Bedrink je


Je moet altijd in een roes zijn. Daar draait alles om, dat is het enige wat telt. Om de verschrikkelijke last van de Tijd, die je rug breekt en je naar de aarde buigt, niet te voelen, moet je je zonder ophouden bedrinken.

Maar waaraan? Aan wijn, aan poëzie of aan deugd, wat je maar wilt. Maar je moet in een roes zijn.

En als je toch nog wakker zou worden op de trappen van een paleis, in het groene gras van een greppel of in de droefgeestige eenzaamheid van je kamer, omdat de roes al afgenomen of zelfs verdwenen is, vraag dan aan de wind, aan de golven, aan de sterren, aan de vogels, aan de klokken, vraag aan alles wat vlucht, aan alles wat zucht, aan alles wat beweegt, aan alles wat zingt, aan alles wat spreekt, vraag hoe laat het is. En de wind, de golven, de sterren, de vogels, de klokken zullen je antwoorden: ‘Het is tijd voor je roes! 

Om te ontkomen aan de slavernij van de martelende Tijd moet je je onophoudelijk bedrinken! Aan wijn, aan poëzie of aan deugd, wat je maar wilt.’

(zie ook mijn blog:Le spleen de Paris, Kleine gedichten in proza


















Analyse


Bedrink je is een wat eenduidige vertaling.  Meer naar de geest vertaald betekent het: Wees nooit nuchter. Nuchterheid is dat je je bestaan zonder enige verbeelding aanschouwt in zijn naakte aanwezigheid. Als argument wordt de  verschrikkelijke last van de Tijd aangevoerd . De Tijd is iets wat aan de aarde bindt en het bestaan uiteentrekt, zoals een klok, die met zijn tikken de tijd verdeelt in kwantitatieve meetbare stukken. We spreken niet voor niets over het doden van de tijd.

De Tijd is hier een last, die je verhindert opgericht te gaan en je naar beneden, naar de aarde drukt. De roes moet die druk van de Tijd opheffen.

De dichter opent een drietal mogelijkheden: de roes van de wijn, de poëzie of de deugd. Het doet er kennelijk niet toe welke je kiest. Hoofdzaak is dat ze je bevrijden van die nuchterheid die je zo deprimeert.

Het gemeenschappelijke van de drie zo verschillende mogelijkheden is dat ze alle drie gelegenheid bieden het tijdloze te ervaren. In de vlucht voor de onbarmhartige tijd zijn het veilig havens. Waarschijnlijk omdat het toegangen zijn voor de droom, de verbeelding, voor de meer innerlijke ervaring.

Tegenover de deprimerende nuchterheid staat hier de kracht van de verbeelding, van het leven met beelden, dromen, idealen, die zo broodnodig blijken.

Tegenover de beleving van de Tijd staat de beleving van het Tijdloze, het Eeuwige. In een ander prozagedicht, getiteld De Klok, volgt de schrijver de Chinese gewoonte om in de ogen van een kat te lezen hoe laat het is. En wanneer hij in de ogen van zijn kat de tijd leest, herkent hij de Eeuwigheid.

Enivrez vous

II faut être toujours ivre. Tout est là: c'est l'unique question. Pour ne pas sentir l'horrible fardeau du Temps qui brise vos épaules et vous penche vers la terre, il faut vous enivrer sans trêve.

Mais de quoi? De vin, de poésie ou de vertu, à votre guise. Mais enivrez-vous.

Et si quelquefois, sur les marches d'un palais, sur l'herbe verte d'un fossé, dans la solitude morne de votre chambre, vous vous réveillez, l'ivresse déjà diminuée ou disparue, demandez au vent, à la vague, à l'étoile, a l'oiseau, a l'horloge, à tout ce qui fuit, a tout ce qui gémit, à tout ce qui roule, à tout ce qui chante, à tout ce qui parle, demandez quelle heure il est; et le vent, la vague, l'étoile, l'oiseau, l'horloge, vous répondront: « II est l'heure de s'enivrer!


Pour n'être pas les esclaves martyrisés du Temps, enivrez-vous; enivrez-vous sans cesse! De vin, de poésie ou de vertu, à votre guise. »